LSD Schellen

06/29/12

Home
AdviesBureau
Links
Schellen
Methadon
Gratis Heroďne
Verslaving
Jaarverslagen

 

Burgemeester Ter Horst (Nijmegen) en directeur verslavingszorg Czyzewski (Rotterdam) geven in De Volkskrant van 8 november hun visie op de toekomst van de verslavingszorg en stellen dat huidig beleid van gebrekkige inzichten getuigt. Ze geven geen blijk van betere inzichten, als het gaat om verslaving en mogelijke remedies.

Dat verslaving een hersenziekte is weten deskundigen al sinds jaar en dag; Ter Horst en Czyzewski voegen hun ‘inzicht’ toe dat het risico van verslaving genetisch is bepaald. Dit idee wordt niet breed  gedragen omdat het discutabel is en bij de behandeling van verslaving van geen belang.

Als zestien miljoen Nederlanders veertien dagen heroďne gebruiken, raken bijna zestien miljoen Nederlanders verslaafd. Dat heeft niets te maken met aanleg, maar de met de verslavende eigenschap van het middel. Het probleem verslaving ontstaat door herhaald gebruik van een verslavend middel.

Czyzewski en Ter Horst mystificeren het probleem door te schrijven over een ‘beschadigde biologische werking van hersenen die het gedrag domineert’, in plaats van over een tijdelijke neurologische verstoring met beperkte gevolgen. Ontwenningsverschijnselen, waaronder sterke behoefte het middel te blijven gebruiken, verdwijnen vanzelf na maximaal enkele weken, zelfs zonder ze te behandelen, mits het verslavende middel niet opnieuw wordt gebruikt.

Hulp die kan leiden tot een verslavingsvrij bestaan is ongecompliceerd: behandeling van somatische ontwenningsverschijnselen, psychosociale begeleiding bij het weerstaan van de behoefte of medicijnen hiertegen, psychologische begeleiding bij emotionele en mentale problemen čn hulp bij maatschappelijke (re-)integratie.

 

Dat veel verslaafden behandelingen niet volhouden of kort erna opnieuw drugs gebruiken heeft vooral  te maken met de lage kwaliteit van de hulp die hen wordt geboden. Behandeling met methadon is de spil in de verslavingszorg; dit middel is verslavender dan heroďne, geneest niets maar houdt verslaafden wel al decennia vast in de verslavingzorg. In april van dit jaar stelde de Inspectie voor de Volksgezondheid dat de kwaliteit van behandelingen ver onder maat is, dat directeuren van instellingen er een te rooskleurig beeld van hebben en dat van overheidswege wordt ingegrepen als snelle verbeteringen uitblijven. Politici moeten meer kennis nemen van rapporten over de kwaliteit van de verslavingszorg, die staan vol met onvoldoendes.  

De instellingen erkennen ook zelf de stand van zaken: “Het is vijf voor twaalf. De sector moet een beter antwoord geven op kritische vragen over doelmatigheid”, stelden ze in 1997 gezamenlijk, bij de start van het innovatieproject ‘Resultaten scoren’. Bij die gelegenheid bekenden ze ook dat vooral ineffectieve zorg werd verleend. Zeven jaar later stoeiden ze nog met een gebrek aan visie: “Vanuit welke visie op verslaving en verslavingszorg willen we eigenlijk werken?” vraagt het eerste projectverslag in 2004.

 

Vanuit de visie dat verslaving een psychiatrische ziekte is en dat verslaafden gebaat zijn bij dwang, is Czyzewski’s recentste antwoord. De visie is ondoordachte onzin en dwang is de weg van de minste weerstand, althans voor de zorginstellingen.

Czyzewski hecht in zijn visie op verslaving weinig belang aan het middel dat wordt gebruikt en verwijst en passant alle rokers van zware shag naar de psychiater. De stelling dat verslaving vrijwel altijd gepaard gaat met andere ernstige psychische aandoeningen is evenzeer aantoonbaar onjuist. Een gesloten afdeling met zestig procent schizofrene verslaafden is niet exemplarisch voor de verslavingszorg. Tientallen voorzieningen hebben duizenden cliënten zonder ernstige psychische aandoeningen. Wie hen vertelt dat ze een psychiatrische ziekte hebben, wordt zelf voor gek uitgemaakt. Czyzewski en Ter Horst zullen dat wijten aan gebrek aan ziekte-inzicht.

  

De verslavingszorg maakt haar cliënten niet sterker maar zwakker: “Door verslavingsziekte en andere psychische aandoeningen is het vermogen verstandige beslissingen te nemen ernstig aangetast.”

Door verslaving voor te stellen als nagenoeg onbeheersbaar wordt de autonomie van verslaafden ontkent. Die autonomie bestaat uit het vermogen om voor of tegen verslavend druggebruik te kiezen, hoe paradoxaal dat ook klinkt, en het recht dit te doen. Mogelijkheid en recht gaan ook in de visie van Czyzewski en Ter Horst hand in hand: het ontkennen van het vermogen leidt tot opheffen van het recht. Zij pleiten voor dwang: instrumenten om mensen langdurig onder toezicht te kunnen houden, een aangepaste BOPZ. Daarbij noemen ze ook een idee van Ter Horsts Haagse collega Deetman:  ‘behandelgevangenissen’.

Deetmans idee is niet nieuw, maar een kopie van de Strafrechtelijke maatregel Opvang Verslaafden (SOV). Deze maatregel wordt einde 2006 opgeheven omdat SOV-behandelingen zijn mislukt, ondanks bijdragen van de verslavingszorg. Van de resultaten van dwangbehandeling binnen de verslavingszorg mag dan ook niet veel worden verwacht.  

 

Ter Horsts doel is verbetering van de openbare orde, onder het mom goede zorg. De vraag is of zij daarbij opportunistisch gebruik maakt van argumenten die Czyzewski aandraagt, of dat zij zich zand in de ogen laat strooien. 

Czyzewski’s doel is meer geld voor een verslavingszorg die al dertig jaar weinig bereikt met de middelen die zij heeft. Voor het verklaren van slechte resultaten steekt de verslavingszorg nooit de hand in eigen boezem maar legt zij de schuld bij de verslaafden. In de jaren zeventig waren het ongemotiveerde karakterzwakke galbakken, nu moeilijk behandelbare psychiatrische patiënten. Czyzewski en Ter Horsts grijpen dit aan om het taboe op autonomie te doorbreken: ‘eerder ingrijpen’. Wat zij daarbij niet melden is dat de meeste 32.000 problematische harddrugverslaafden al tien, vijftien, twintig of dertig jaar bij de verslavingszorg aankloppen voor hulp en dat de instellingen al even lang aankondigen dat ze zullen gaan ‘professionaliseren’, waarmee ze bedoelen dat ze beter werk zullen gaan afleveren. Het ligt voor de hand de aangekondigde verbeteringen eerst af te wachten alvorens te pleiten voor ingrijpende maatregelen.

 

Wat in de ideeën van Czyzewski en Ter Horsts ontbreekt is uitbreiding van de huidige verstrekking van heroďne, meer cliënten en ook andere verslavende middelen zoals cocaďne. Hun ‘inzichten’ kunnen daartoe leiden, maar ze kiezen voor dwang en doen het schijnen alsof dat onontkoombaar is. Daar steekt afwijzing van de verslaafde achter, een houding die de verslavingszorg al dertig jaar kenmerkt en bepaald niet de goede basis is voor effectieve hulpverlening. Onderkennen dat het probleem harddrugverslaving in grote mate wordt verergerd door de drugwetgeving zou de hulpverlenersrelatie al aanzienlijk verbeteren. Maar dat doet de zorg niet: zij dankt haar groeiende werkterrein aan de stelling dat het allemaal aan de verslaafden ligt. 

We geven Ter Horst het voordeel van de twijfel en het advies om na gesprekken met directeuren verslavingszorg eerst het zand uit haar ogen te spoelen. Een goede politieke aansturing van de verslavingszorg begint met zien dat die zorg al dertig jaar ongeloofwaardig is.

 

 

Theo van Dam

Alf Berendse

 

De auteurs publiceren in december hun boek ‘Schellen van de ogen. Dertig jaar verslavingszorg in Nederland en de suggestie hoe het beter kan’. 

 

 

Nieuw in Schellen :

 

Home | AdviesBureau | Links | Schellen | Methadon | Gratis Heroďne | Verslaving | Jaarverslagen

This site was last updated 12/29/08